De onderstaande afkortingen worden veel gebruikt in stukken over privacy, de AVG en GDPR en de Wbp.
AMvB – algemene maatregel van bestuur
AP – Autoriteit Persoonsgegevens
Art – artikel(en) in wet- en regelgeving
AVG – Algemene Verordening Gegevensbescherming (in het Engels: GDPR)
BCR – Binding Corporate Rules
BW – Burgerlijk Wetboek
CBP – College bescherming persoonsgegevens (nu: Autoriteit Persoonsgegevens)
CIPP – The Certified Information Privacy Professional
CIPM – Certified Information Privacy Manager
DPA – Data Protection Authority (in Nederland: de AP)
DPIA – Data Protection Impact Assessment
EC – Europese Commissie
EEA – European Economic Area
EER – Europese Economische Ruimte (de EU-landen plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
EPV – Europese privacyverordening
EU – Europese Unie
DPO – Data Protection Officer
FG – Functionaris voor de gegevensbescherming (in het Engels: DPO)
GDPR – General Data Protection Regulation (in het Nederlands: AVG)
hof – gerechtshof
HR – Hoge Raad der Nederlanden
IAPP – The International Association of Privacy Professionals
PBD – Privacy by Design -of- Privacy by Default
PET – Privacy-Enhancing Technologies
PIA – Privacy Impact Assessment
Rb. – rechtbank